Liturgia - λῃτουργία, λειτ., eene uitgave ten bate van het algemeen door een enkel persoon gedragen. Te Athene behoorden tot de gewone (ἐγκύκλιοι) liturgieën: choregie, gymnasiarchie, enz., tot de buitengewone: de triërarchie, προεισφορά en architheorie. Van staatswege werd de persoon aangewezen, die met eene liturgie belast werd, uitgesloten waren archonten, erfdochters, minderjarigen, en zij wier vermogen minder dan 3 talenten bedroeg; ook bestonden er bepalingen om te voorkomen, dat hetzelfde vermogen te dikwijls door eene liturgie gedrukt werd, vgl. Ἀντίδοσις.
De liturgieën waren zeer kostbaar, vooral daar men, tenminste in den goeden tijd, uit mildheid of eerzucht of een streven naar de volksgunst, veel meer deed dan eigenlijk vereischt werd; de choregie kostte soms 5000 drachmen, de kosten van de triërarchie stegen soms tot een talent.