Iuba - Ἰόβας, koning van Numidia, zoon van Hiëmpsal II, welke laatste een zoon was van Gauda. Indertijd had Hiëmpsal de party van Sulla gekozen, was daarop door de mariaansche partij verdreven, doch door Pompeius in zijn rijk hersteld. In 63/62, nog tijdens het leven van zijn vader, haalde Juba zich de vijandschap van Caesar op den hals; toen dus de burgeroorlog uitbrak, koos hij partij tegen Caesar; hij versloeg Caesars legaat C.
Curio met diens geheele leger, doch de nederlaag der pompejaansche partij bij Thapsus in 46 noodzaakte hem tot de vlucht, en toen nu ook de zijnen hem begonnen in den steek te laten, bracht hij in wanhoop zichzelf om het leven. Zijn zoon Juba, nog een kind, werd door Caesar naar Rome gebracht en ontving daar eene zorgvuldige rom. opvoeding, zoodat hij later als geleerde grooten naam had. Hij schreef vooral over geschiedenis en aardrijkskunde.
Augustus gaf hem in 25 het westelijk gedeelte van zijn vaderlijk rijk, het latere Mauretania Caesariensis, en bovendien het eigenlijke Mauretania (M. Tingitāna) tot koninkrijk. Juba was gehuwd met Cleopatra Selēne (zie Cleopatra no. 11).
Hij overleed in 23 n.
C., en werd opgevolgd door zijn zoon Ptolemaeus. Hij vestigde zijn residentie te Iol, dat hij verdoopte in Caesarēa (z. a. no. 6).