Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Iphigenīa

betekenis & definitie

Iphigenīa - Ἰφιγένεια, dochter van Agamemnon en Clytaemnestra, of van Theseus en Helena, door Clytaemnestra als kind aangenomen. Toen de Grieken op weg naar Troje in de haven van Aulis werden teruggehouden door een windstilte, die Artemis uit toorn tegen Agamemnon of Menelāus gezonden had, verklaarde Calchas, dat Iph. aan Artemis geofferd moest worden. Onder voorwendsel dat zij met Achilles zoude trouwen, werd zij in het leger gehaald, maar toen zij reeds op het altaar lag, stelde Artemis eene hinde in haar plaats en ontvoerde haar naar Tauris.

Daar deed zij vele jaren dienst als priesteres bij de menschenoffers aan Artemis (z. a.) Ταυρόπολος, totdat Orestes er landde, zijne zuster herkende, en haar met het beeld der godin naar Griekenland ontvoerde. Te Brauron en te Megara meende men haar graf te vinden en werden haar offers gebracht.—V. a. was zij niet gestorven, maar onder den naam Hecate tot godin verheven, of werd zij na haar dood naar het eiland Leuce verplaatst, waar zij als Orsilochia met Achilles huwde. Artemis zelve draagt op sommige plaatsen den bijnaam Iph.

< >