Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Homērus

betekenis & definitie

Homērus - Ὅμηρος, is volgens de overlevering de dichter van de Ilias en Odyssee, de twee beroemde heldendichten, die van den grootsten invloed waren op de beschaving der Grieken, gedurende hun volksbestaan den grondslag van alle verdere studiën vormden, en nog tot heden als modellen van epische poëzie beschouwd worden. Hij zou een zoon van Maeon, arm en blind geweest zijn; van zijn leeftijd wisten de ouden reeds niets, zoodat sommigen beweerden dat hij in de 12de eeuw, anderen dat hij later, sommigen zelfs dat hij niet vóór de 7de eeuw geleefd zou hebben; zeven steden beroemden zich de vaderstad van Hom. geweest te zijn, hoewel men erkende dat in dien strijd Smyrna en Chius de beste aanspraken konden doen gelden. De meest gezaghebbende meening was, dat de gedichten van Homerus in het midden der 9de eeuw in Ionië ontstaan waren.—Hoe dit zij, deze gedichten leefden gedurende vele eeuwen, waarin de schrijfkunst slechts weinig in gebruik was, in den mond van het volk, en hadden hunne verbreiding voornamelijk te danken aan de rhapsoden (z. a.) die bij feestelijke gelegenheden gedeelten er van voordroegen.

Het ligt voor de hand dat sommige gedeelten meer in den smaak vielen dan andere, en dus meer gehoord werden, dat sommige, te lang voor eene voordracht, bekort moesten worden, dat andere, wat hun omvang betreft juist voor de voordracht geschikt, van een passend begin of slot moesten worden voorzien, kortom, onder deze omstandigheden waren de gedichten lang niet in al hunne deelen even algemeen bekend, en stonden zij op velerlei wijze aan vervalsching en verminking bloot, totdat, naar men meent onder Pisistratus en zijne zonen, de verspreide deelen door deskundigen verzameld en tot één geheel verwerkt werden. Deze maatregel bevorderde de studie der gedichten van Hom. zeer, in den bloeitijd van Athene was dan ook de kennis er van zeer algemeen, en personen, die de geheele Ilias en Odyssee van buiten konden opzeggen, waren niet zoo zeldzaam als men zou denken. Toen later te Alexandria de studie der taal- en letterkunde een hooge vlucht nam, kozen de beste alexandrijnsche geleerden, o. a.

Zenodotus en Aristarchus, de werken van Hom. ter behandeling, trachtten met veel moeite den tekst te verbeteren, of schreven geleerde verklaringen er bij. Reeds onder hen werd door sommigen, die daarom χωρίζοντες genoemd werden, de meening verdedigd, dat de Odyssee niet in denzelfden tijd ontstaan kon zijn als de Ilias, dat tusschen beide gedichten misschien wel eene tusschenruimte van 100 jaar lag, en dat zij dus niet van denzelfden dichter konden zijn. Nieuwere geleerden beweren echter, dat ook de afzonderlijke deelen van elk der beide werken te veel van elkander verschillen, om ze aan denzelfden maker toe te schrijven, dat bovendien zulke groote werken in een tijd, waarin de schrijfkunst zoo weinig algemeen was, niet hadden kunnen ontstaan, of ten minste weder spoedig hadden moeten vergeten zijn, en dat men dus moet aannemen, dat zoowel Ilias als Odyssee vóór Pisistratus niet anders bestaan hebben dan als afzonderlijke liederen, waarin eerst toen eenige samenhang gebracht zou zijn.

Deze meening vindt bij sommigen zooveel bijval, dat men zelfs getracht heeft die oorspronkelijke liederen aan te wijzen, anderen verwerpen haar geheel, terwijl nog anderen toegeven dat beide gedichten uit de vereeniging van zulke kleinere liederen bestaan, maar aannemen dat die vereeniging veel vroeger, waarschijnlijk omstreeks het midden der 9de eeuw, tot stand gebracht zou zijn door iemand die Homerus heette, of misschien juist door dat werk den naam Homerus (samenvoeger) gekregen heeft. Tegenwoordig is de meest algemeene meening, dat elk van beide gedichten in hoofdzaak van denzelfden dichter is, doch dat daaraan op verschillende tijden, deels door hemzelven, deels door anderen, grootere en kleinere stukken zijn toegevoegd.—Behalve Ilias en Odyssee zijn nog eenige kleinere gedichten bewaard gebleven, die werken van Homerus heeten te zijn; deze zijn echter alle van lateren tijd en van zeer ongelijke waarde.

< >