Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Hippodromus

betekenis & definitie

Hippodromus - ἱππόδρομος, renbaan voor paarden en wagens. De bovenstaande teekening stelt zulk een baan voor: een driehoekige ruimte K, waarin de toebereidselen voor den wedloop gemaakt worden en waar een altaar voor Poseidon Hippius staat, wordt aan eene zijde afgesloten door een zuilengalerij D, aan de twee andere zijden door eenigszins gebogen lijnen (abcd), gevormd door de stallen (οἰκήματα) voor de paarden en wagens; alle deelnemers plaatsten zich in een rij voor een touw (καλῴδιον, ὕσπληξ), dat van den top van den driehoek, het uitgangspunt (ἄφεσις), naar de beide zijden van de baan gespannen was; op een

gegeven teeken (een metalen arend verhief zich in de lucht) werd dit touw weggetrokken en de wedloop begon; de baan was in twee deelen verdeeld door een lagen aarden wal (χῶμα) van F naar G, aan welks verste einde een altaar van Taraxippus F stond; hier moesten de rijders keeren en langs den anderen kant van den wal terugrijden tot het einddoel G. De baan werd ingesloten door zitplaatsen voor de toeschouwers AEB, die men liefst tegen een heuvel plaatste; waar geen heuvel was, maakte men eene kunstmatige verhooging; bij E was een uitgang.

< >