Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Gymnasium

betekenis & definitie

Gymnasium - Γυμνάσιον, plaats voor oefeningen in de gymnastiek. Een gymnasium vond men in elke grieksche stad, en groote steden hadden er gewoonlijk meer dan één. Oorspronkelijk waarschijnlijk zeer eenvoudige inrichtingen in de open lucht, trokken de gymnasia, bij de groote belangstelling die de Grieken voor de gymnastiek gevoelden, een groot aantal bezoekers, die er kwamen hetzij om zich te oefenen, hetzij om naar de oefeningen van anderen te zien.

Zoo werd het gymnasium een middelpunt van het publiek leven, en werd het ook door velen bezocht, die alleen tijdverdrijf of gezellig verkeer wenschten, en zoo was dit ook de plaats, waar wijsgeeren, rhetoren, enz., zich bij voorkeur ophielden, daar zij wisten hier altijd talrijke toehoorders te vinden. Bij den aanleg van een gymnasium moest dus met dit drukke bezoek rekening gehouden worden, en dientengevolge werd een groot deel van de ruimte bestemd voor doeleinden, die niet onmiddellijk met gymnastische oefeningen in verband staan. Op vorenstaande schets, waarvan het donkergetinte de overblijfsels van het gymnasium te Ephesus voorstelt, waaruit men door beschrijvingen der ouden zich gemakkelijk eene voorstelling van het geheel kan maken, is C het Ephebēum, een groote zaal, bestemd voor de oefeningen der jongelieden, R R R waarschijnlijk speelzalen, en wel de langwerpige ruimte het sphaeristerium, ingericht voor het balspel, T T oefenplaatsen in de open lucht, rondom met verhoogde voetpaden voor de toeschouwers, W de renbaan met een groot aantal verhoogde zitplaatsen voor de toeschouwers, X X X, A en S open zuilengangen met plaatsen voor openbare voordrachten (exedrae), B een overdekte zuilengang, V V V beplante wandelplaatsen; de overige vertrekken zijn kleed-, bad- en stookkamers, bewaarplaatsen, enz.

De door zuilen ingesloten ruimte A A A A (peristylium) heeft een omtrek van twee stadiën.

< >