Graecia magna - ἡ μεγάλη Ἑλλάς, naam voor Beneden-Italië, wegens het groote aantal grieksche volkplantingen aldaar, die nagenoeg de geheele kust in bezit genomen hadden. Onderlinge veeten ondermijnden de macht dezer staatjes, die bovendien aan den eenen kant door Syracusae, aan den anderen door de lucanische Samnieten werden bedreigd. Op het laatste oogenblik verbonden de grieksche steden zich nog onder hegemonie der stad Thurii, doch de slag bij Laüs in 390 leverde het land in handen der Samnieten, en, voor zoover de grootere steden nog vrij bleven, werd hun gebied toch beperkt tot den bodem der stad.
In 272 was geheel Zuid-Italië aan de Rom. onderworpen.