Gothi, Gothōnes - Γότθοι, Σκύθαι, een van de Oost- Germaansche volkeren; zij woonden in de eerste eeuw na Chr. aan den rechter oever van de Beneden-Weichsel (Vistula), maar waren daarheen gekomen uit Scandinavië (Gothland); ze werden—in tegenstelling met de meeste Germanen—door koningen geregeerd. Tusschen 150 en 230 na Chr. zijn ze in vele afdeelingen langzamerhand naar de Noordkust van de Zwarte Zee verhuisd, en hebben door die verhuizing waarschijnlijk de aanleiding gegeven tot den Markomannenoorlog (166–180), daar de stammen die daaraan hebben deelgenomen, door de Gothen voor zich uitgedreven zijn. In de 2de helft der 3de eeuw splitsen ze zich in Oost-Gothen (Austrogoti, Ostrogothi) of Grutungi, en in West-Gothen (Visigothi) of Tervingi.
Een 3de gedeelte van den stam, de latere Gepiden, was aan de Weichsel achter gebleven. Sedert ongeveer 257 zijn Oost- en West-Gothen meester van Dacië, en blijven daar wonen tot ongeveer 376.De eigenlijke Gothentochten, eerst te land, later ter zee, beginnen in 238, en duren tot 269, toen keizer Claudius Gothicus hen bij Naissus (Nisch) versloeg. Omstreeks 376 na C. dwongen de Hunnen de Oostgothen, zich met hen te vereenigen; doch de Westgothen vroegen aan keizer Valens eene woonplaats in het rom. rijk, en trokken, 200000 strijdbare mannen sterk, met hunne gezinnen den Donau over, om zich in Moesia en Thracia te vestigen, waarheen nog eene schaar Oostgothen hen volgde. De hebzucht en het bedrog der rom. ambtenaren was oorzaak van een oorlog, waarin Valens (z. a.) omkwam. De Gothen plunderden en verwoestten nu het Balkan- schiereiland, totdat in 382 keizer Theodosius de Groote hen tot onderwerping dwong. Onder de regeering van Arcadius begonnen de geschillen en plunderingen opnieuw; zie Alaricus.
Alariks opvolger Ataulf voerde de Westgothen naar Gallia, waar in 415 Wallia een westgothisch rijk stichtte met Tolōsa (Toulouse) tot hoofdstad.—Toen in 453 met Attila’s dood het Hunnenrijk uiteenspatte, trokken ook de Oostgothen over den Donau en bleven zich in de Donaugewesten ophouden, tot zij in 495 onder hunnen koning Theodorik Italië veroverden. Als oudste overblijfsel van germaansche taal bezitten wij nog eene gothische bijbelvertaling van bisschop Ulfilas uit de vierde eeuw. De Gothen behoorden als Christenen tot de Arianen.