Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Germanicus Caesar

betekenis & definitie

Germanicus Caesar - was de zoon van Drusus en Antonia minor en een broeder van den lateren keizer Claudius. Keizer Tiberius was zijn oom van vaderszijde en nam hem tot zoon aan. Hij werd in 15 geboren.

Nog bij het leven van Augustus maakte hij onder Tiberius de veldtochten mede tegen de opgestane Pannoniërs en Dalmatiërs en tegen de Germanen. Bij den dood van Augustus had hij het opperbevel over de rom. legioenen aan den Rijn, dempte een soldatenoproer en streed nu eens meer, dan eens minder gelukkig tegen de Chatten en Marsen. In 15 en 16 na C. drong Germanicus bij herhaling in Germania door, versloeg Arminius en begroef in het Teutoburgerwoud het gebeente van Varus’ legioenen.

In 17 riep Tiberius hem terug en zond hem naar het O., waar hij in 19 stierf, volgens gerucht aan vergif, hem vanwege den syrischen stadhouder Cn. Piso toegediend. Germanicus werd om zijne edele hoedanigheden diep betreurd en Tiberius zag zich genoodzaakt, Piso aan de algemeene verbittering op te offeren, zie hieromtrent Calpurnii no. 7.

Bij zijne gemalin Agrippina had Germanicus negen kinderen, waaronder den lateren keizer Caligula en Agrippina, de moeder van Nero.

Germanicus was ook redenaar en dichter. De naam Germanicus was hem bij senaatsbesluit gegeven.

Zie ook Iulii onder e.

< >