Faunus - zoon van Picus, een oud-italisch veld- en boschgod, beschermer van landbouw en veeteelt, en dus den menschen welgezind, hoewel hij er vermaak in vindt hen in stille bosschen of in hun slaap (Incubus) te plagen en te verschrikken. Als orakelgevend god wordt hij Fatuus genoemd.—V.s. was hij een koning van Latium geweest, en door Heracles gedood, toen hij dezen aan Mercurius wilde offeren, zooals hij met vreemdelingen placht te doen.—Zijn voornaamste feest zijn de Lupercalia (z. a.); een ander landelijk feest zijn de
Faunalia, die den 5den December werden gevierd;
het was een dag van vroolijkheid, waarop zelfs slaven en vee vrijheid genoten; men offerde bokken, wijn, melk en wierook. F. had een tempel op de Insula Tiberina, z. Domitii no. 2. Zijn dienst werd in den keizertijd verdrongen door dien van Silvānus.—Nevens hem staat Fauna (Fatua), eene godin, die dezelfde eigenschappen heeft als hij, en zijne vrouw of dochter genoemd wordt. Faunus werd reeds vroeg voor denzelfden gehouden en eveneens afgebeeld als Pan, en onder den invloed van deze meening sprak men ook van Fauni, soms kinderen van hem en Fauna genoemd, en ongeveer gelijk aan de grieksche satyrs.