Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Fatum

betekenis & definitie

Fatum - de uitdrukkelijk uitgesproken en onherroepelijke wil der goden ten opzichte van den mensch, dus zijn geheel levenslot, gelukkig of ongelukkig, in het bijzonder de dood. Het meervoud beteekent de afzonderlijke beschikkingen van het noodlot betreffende een persoon of zaak; ook = Parcae. Vgl. μοῖρα.

< >