Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Druidae, Druides

betekenis & definitie

Druidae, Druides - Δρυίδαι, priesterschap bij de keltische bevolking van Britannia en Gallia. Zij maakten den voornaamsten stand uit en waren vrij van staatslasten; vandaar dat vele jongelingen, ook uit den adel, onder de Druïden zochten te worden opgenomen. Hunne leer, die godsdienst, rechtsgeleerdheid, genees-, natuur- en sterrenkunde omvatte, alles in een mystiek gewaad gehuld, mocht niet in schrift gebracht worden, zoodat het onderricht alleen mondeling was en nieuwelingen soms een twintigtal jaren noodig hadden om in alles te worden ingewijd. Éénmaal ’s jaars hielden de gallische Druïden eene plechtige samenkomst in het gebied der Carnuten, dat voor het midden van Gallia werd gehouden.

Dáár spraken zij recht tusschen twistende partijen en zelfs tusschen staten en volken. Zij, die door hen in den ban waren gedaan, waren overal van alle gemeenschap uitgesloten. Toen de rom. beschaving den ouden keltischen eeredienst verdrong, ging ook het aanzien der Druïden verloren.

Door Keizer Claudius werd hun eeredienst geheel verboden. Later werd die ook in Britannia uitgeroeid door de verovering van het eiland Mona (Anglesey), waar die eeredienst gevestigd was.

< >