Dos - bruidschat. Bij Grieken en Romeinen was het gebruikelijk, dat de vader of de familie der bruid haar naar stand en vermogen eene passende huwelijksgift medegaven. Hoewel de man het beheer had over en het vruchtgebruik van het vermogen zijner vrouw, mocht hij dit toch niet vervreemden.
Er konden toch bij overlijden of echtscheiding gevallen voorkomen, dat de dos geheel of gedeeltelijk moest worden teruggegeven aan de vrouw of hare familie. In grieksche staten was dit regel. Retentio propter liberos werd gezegd, wanneer de man bij scheiding een gedeelte van den bruidschat voor de kinderen behield, propter mores, wanneer de vrouw door een minder passend gedrag aanleiding tot scheiding had gegeven.
Processen over de teruggave van een bruidschat waren actiones rei uxoriae of de dote. Daar ieder geval op zich zelf moest beoordeeld worden, behoorden zij tot de actiones bonae fidei. Wat de vrouw uit het familiegoed medebracht, was dos profecticia, wat er verder bijkwam, adventicia.