Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Corōna

betekenis & definitie

Corōna - . De Rom. maakten veel werk van bloemkransen, bij feestmalen hadden zij dikwerf lange kransen om den hals, die op de borst afhingen, en wel liefst van geurende rozen. Ook als militaire eerbewijzen waren coronae in gebruik, doch alsdan van anderen aard. De corona triumphalis, een laurierkrans, soms ook van goud vervaardigd, werd door den zegepralenden veldheer en later door de keizers gedragen.

De corona ovalis, bij eene ovatio gedragen, was een myrtenkrans. De corona obsidionalis of graminea, de eenvoudigste doch eervolste van alle, viel den generaal ten deel, die een ingesloten rom. leger had ontzet. Zij werd gevlochten uit gras, op de plaats zelve geplukt.

De corona civica, van eikenloof, zoo mogelijk met de eikels er aan en met het devies ob civem servatum, werd gegeven voor het redden van een kameraad in den slag. De corona muralis, in den vorm van een wal, was voor hem, die het eerst de muren eener belegerde stad beklom. Evenzoo werd degene, die het eerst in een vijandelijk kamp doordrong, beloond met de corona vallaris of castrensis, die met kleine gouden palissaden was versierd.

De corona navalis of rostrata was versierd met gouden scheepssnebjes.

Goden en heroën en later ook wel de keizers vindt men dikwerf met eene corona radiata, waarin reeds meer het begin eener kroon is te zien. Ook is er een sterrenbeeld corona = de krans van Ariadne.

< >