Corneliae (leges) - van L. Corn. Sulla, van 81. 1) lex de proscriptione, dat de goederen der vogelvrijverklaarden zouden worden verbeurd verklaard, evenals van hen, die in den strijd voor de partij van Marius en Cinna gevallen waren; bovendien werden de zonen en kleinzonen van het recht om eerambten te bekleeden uitgesloten.—2) lex tribunicia, die aan de volkstribunen het recht ontnam wetten voor te stellen, zonder voorafgaande goedkeuring van den senaat (zie ook Corneliae (leges) van 88), zoodat het eenige recht, dat ze behielden, het ius auxilii ferendi was, en hen onbevoegd verklaarde verder eenig ambt te bekleeden.—3) lex de magistratibus, dat men eerst aediel moest geweest zijn om praetor, en praetor om consul te kunnen worden, en niet tweemaal binnen tien jaar hetzelfde ambt mocht bekleeden, eene hernieuwing van de lex Villia annalis.—4) lex iudiciaria, die de iudicia aan den ridderstand ontnam en aan de senatoren teruggaf.—5) lex de sacerdotiis, waarbij het getal der pontifices en der augurs op 15 werd gebracht; tevens werd de lex Domitia de sacerdotiis afgeschaft (zie Attia (lex)), en ook de verkiezing van den pontifex maximus en den curio maximus door cooptatio vervangen.—6) leges agrariae en lex de civitate, om aan de inwoners van een aantal democratischgezinde municipia het burgerrecht te ontnemen en hun grond onder de soldaten van Sulla te verdeelen, zie ook onder Agrariae (leges).—7) lex de provinciis ordinandis, dat de stadhouders in de provinciën ook zonder lex curiata het imperium zouden hebben en de aftredende stadhouder binnen 30 dagen na de aankomst van zijn opvolger de provincie moest verlaten.—8) lex sumptuaria, waarbij de som bepaald werd, die op gewone dagen en op feestdagen voor het middagmaal besteed mocht worden.—Verder gaf Sulla nog eenige wetten betreffende de quaestiones perpetuae, waarbij niet zoozeer nieuwigheden werden ingevoerd, als wel eene nauwkeuriger omschrijving van de verschillende misdrijven, en hier en daar wellicht eenige verscherping van straf.
Vermeld worden de volgende wetten: lex de repetundis, lex de maiestate, lex de sicariis et veneficiis, lex nummaria (tegen valsche munters), lex testamentaria (tegen testamentvervalsching) sive de falsis, lex de iniuriis e.a. Zie verder iudex. Sulla’s lex iudiciaria werd in 70 afgeschaft door de lex Aurelia van den praetor L.
Aurelius Cotta, de lex tribunicia in hetzelfde jaar door de lex Pompeia, de lex de civitate geraakte nog veel eerder in vergetelheid. Tot de lex de magistratibus behoorde misschien ook de afschaffing der censuur en de jaarlijksche verkiezing van 20 quaestoren, die in den senaat zitting namen, waardoor deze vanzelf voltallig werd gehouden. Vooraf had Sulla het aantal senatoren op 600 gebracht, door de ontbrekende bij volkskeuze te laten benoemen.