Cera - κηρός, was, werd door de ouden tot verschillende doeleinden gebruikt. Men bestreek er de houten schrijfplankjes mede, waarop men dan met een stalen schrijfstift of stilus schreef (tabulae ceratae). Soms waren eenige van zulke plankjes tot een boekje vereenigd, zooals bij ons wel met leitjes het geval is; zulk een boekje heette cerae; cera prima, secunda, enz. beteekende dan de eerste, tweede bladzijde.
Voor geschriften, die bewaard moesten worden, om zoo noodig in rechten tot bewijsstuk te kunnen dienen, had men tafeltjes, welker inrichting uit nevenstaande afbeelding blijkt. Het eigenlijke stuk staat op de binnenzijde van het eerste en tweede tafeltje, deze twee zijn dichtgebonden met een touw, dat door een opzettelijk daarvoor gemaakte gleuf loopt, en dat bevestigd is door de zegels van getuigen, wier namen naast hun zegel geschreven zijn. Z. de afb. op blz. 162.
Op de binnenzijde van het derde tafeltje staat een korte opgave van den inhoud van het document.—Ook werd het was gebezigd tot boetseeren, vooral voor de borstbeelden (of liever maskers) van beroemde voorzaten, imagines maiorum.—Ook schilderde men met wasverven, die vervolgens werden ingebrand, welke bewerking encaustiek heet, ἐγκαυστική, (z. encaustica).