Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Cappadocia

betekenis & definitie

Cappadocia - Καππαδοκία, gewest van Asia minor. Het oudste Cappadocia strekte zich uit van den Halys tot aan Armenia langs den Pontus Euxīnus. Onder het perzisch bestuur werden de landstreken Garsaurītis en Cataonia er aan toegevoegd, zoodat het zich ten Z. tot aan het Taurusgebergte uitstrekte; doch daarentegen werd het noordelijke deel als afzonderlijke satrapie er af genomen, onder den naam Cappadocia ad Pontum, waaruit later het koninkrijk Pontus is ontstaan.

Het binnenlandsche Cappadocia wist tijdens Alexander d. G. eene zekere onafhankelijkheid te handhaven en bleef als koninkrijk bestaan, tot het door Mithradātes den Grooten, koning van Pontus, veroverd werd; doch Pompeius gaf het in 65 aan Ariobarzanes terug. Het werd nu een vasalstaat van Rome, tot Tiberius in 17 na C. er eene rom. provincie van maakte.

Tot welken stam de Cappadociërs behooren, is nog niet uitgemaakt. Slechts weten we, dat reeds omstreeks 1800 de Cheta (Chatti), de Hittiten van het Oude Testament, in Cappadocië, in het tegenwoordige Boghazköi, ten O. van den Halys, het middelpunt van hun rijk hebben gehad. Het noordelijkste distrikt van C., aan de oevers van de rivieren Thermōdon, Iris en Lycus, is door Assyriërs gekoloniseerd, bij de Grieksche schrijvers Σύριοι of Σύροι, of ook wel Leucosyriërs, Λευκόσυροι, genoemd, wegens hunne blanke kleur, terwijl de eigenlijke Syriërs bruin van tint waren.

Aan de kust lagen vele grieksche volkplantingen, nederzettingen van Milēte of faktorijen van Sinōpe; de voornaamste zijn van W. naar O.: Amīsus, Themiscȳra, Side (later Polemonium geheeten), Cotyōra, twee steden Cerasus, Tripolis en Trapezus.

Zie verder Pontus. Het eigenlijke Cappadocië was, evenals Armenia, een feudaalstaat.

De hoofdstad was Mazaca aan den berg Argaeus; ter eere van Tiberius werd de naam veranderd in Caesarēa (ad Argaeum).

< >