Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Caligula

betekenis & definitie

Caligula - romeinsch keizer, 37–41 na C. Zijn eigenlijke naam was Gaius Caesar, maar van jongs af werd hij Caligula genoemd, omdat hij als kind in de legerplaats zijns vaders soldatenlaarsjes droeg. Zijn vader was de beroemde Germanicus, de zoon van Drusus; zijne moeder Agrippīna was de dochter van M.

Vipsanius Agrippa, die met Augustus’ dochter Julia was gehuwd. Caligula regeerde gedurende de eerste acht maanden zacht en rechtvaardig, doch vervolgens als een waanzinnige wreedaard. Hij omgaf zijn lievelingspaard met een hofstoet en wilde het tot consul doen verkiezen, hij beschouwde zichzelf als een god, gaf zich aan dierlijken wellust over, moordde en plunderde rechts en links, tot hij eindelijk met zijne booze gemalin Caesonia en zijne dochter door Cassius Chaerea werd omgebracht (24 Jan. 41).

< >