Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Caelii

betekenis & definitie

Caelii - plebejisch geslacht. 1) L. Caelius Antipater, tijdgenoot der Gracchen, rom. annalist, beschreef den tweeden punischen oorlog.—2) C. Caelius Caldus, volkstribuun in 107, was de maker der lex Caelia tabellaria.

In 94 was hij consul. Later streed hij in Hispania tegen Sulla en Pompeius, die hem versloeg.—3) C. Caelius Caldus, kleinzoon van no. 2, volgde Cicero op als stadhouder van Cilicia.—4) M.

Caelius Rufus, leerling van Cicero in de welsprekendheid, werd door dezen tegen eene aanklacht van ambitus met goed gevolg verdedigd (56). In 52 was hij volkstribuun en verzette zich krachtig tegen de democratische woelingen; zelfs bewerkte hij de verbanning van den woelzieken Q. Pompeius Rufus (zie Pompeii no. 5).

Toen de burgeroorlog losbarstte, koos C. de zijde van Caesar; doch toen hij als praetor in 48 zich door dezen verongelijkt achtte, poogde hij in Zuid-Italië een oproer te verwekken, bij welke poging hij bij Thurii gedood werd.

Hij was iemand van losse zeden (bekend is zijn liaison met Clodia), die wel eene aangevatte zaak met kracht kon doorzetten, maar verre van beginselvast was. Zijne briefwisseling met Cicero is zeer belangrijk voor de kennis van dit tijdperk.

Als redenaar washij niet zonder naam. Catullus valt hem heftig aan in zijn gedichten.—5) Caelius Aureliānus, geleerd rom. geneeskundige uit de 5de eeuw na C. te Sicca in Numidia geboren, van wien nog geschriften bestaan.—6) Caelius Apicius, zie Apicii.—7) D. Caelius Calvinus Balbinus, z. Balbinus.

< >