Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Bonorum possessio

betekenis & definitie

Bonorum possessio - . Het oude strenge erfrecht bij de Romeinen sloot de cognati en de geëmancipeerde kinderen uit; doch het praetorische recht, dat meer op de aequitas was gegrond, nam deze op. Door dit nieuwe recht konden op grond van bloedverwantschap ook zij tot de erfenis geroepen worden, die door uittreding uit de patria potestas hun erfrecht volgens de lex XII tabularum hadden verloren. Men onderscheidt hierbij verschillende gevallen.

Bonorum possessio contra tabulas (testamenti) kon door den praetor verleend worden, wanneer b. v. geëmancipeerde kinderen in het testament waren voorbijgegaan. Bon. poss. secundum tabulas kon toegewezen worden, wanneer b.v. het testament niet aan alle wettelijke vormen voldeed en dus strikt genomen niet geldig zou wezen,—tenzij zich erfgenamen opdeden, die een beter recht konden doen gelden dan de testamentaire erven. Bon. poss. intestati kon plaats grijpen, wanneer er geen testament was.

De praetor maakte dan verschillende klassen van erfgenamen. In den eersten graad erfden de kinderen, ontbraken deze, dan kwamen in de tweede plaats de legitimi heredes, bij ontstentenis van deze, de naaste cognaten, enz., tot zeven graden toe.—Zij, die door het praetorische edict aldus tot de erfenis geroepen werden, werden nochtans eigenlijk geene heredes, want de praetor kon geene erfgenamen maken; zij werden loco heredum en hadden slechts de possessio, daar zij geen wettigen titel van eigendom konden doen gelden, tenzij later het recht van verjaring (usucapio).

< >