Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Barsine

betekenis & definitie

Barsine - Βαρσίνη, 1) ook Statīra of Arsinoë genoemd, dochter van Darīus Codomannus, huwde in 324 met Alexander d. Gr. en werd na diens dood door Roxane vermoord. Haar juiste naam was Statīra; Barsine heet ze slechts door een vergissing van een der schrijvers, die haar met Barsine no. 2 verward heeft.—2) dochter van Artabāzus, gehuwd met Memnon den Rhodiër.

Bij Alexander d. Gr. werd zij moeder van Heracles.Βασανιστής, een ambtenaar te Athene, ten overstaan van wien slaven als aangeklaagden of getuigen verhoord werden. De verklaringen van slaven waren alleen dan geldig, wanneer zij op de pijnbank (βάσανος) afgelegd waren. In vele gevallen lieten de partijen, na afloop van het verhoor, de beslissing over de zaak aan den basanist als scheidsrechter over.
Βασιλεύς, koning, in oude tijden de algemeene naam voor het hoofd van een griekschen staat; bij het toenemen van de macht van den adel werden ook de hoofden der adellijke geslachten zoo genoemd. In de historische tijden vindt men dien titel alleen nog te Sparta, waar twee koningen regeerden, een uit het geslacht der Procliden of Eurypontiden, een uit dat der Agiden. Zij waren voorzitters van den raad, opperpriesters, aanvoerders in den oorlog en in enkele zaken ook rechters; hun macht was echter zeer beperkt.—Te Athene, waar de koninklijke waardigheid sedert den dood van Codrus afgeschaft was, bleef de tweede archont den titel van βασιλεύς behouden (z. Ἄρχοντες).

< >