Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Gepubliceerd op 18-06-2019

Arima

betekenis & definitie

Arima - τὰ Ἄριμα, een berg ergens in Klein-Azië, waaronder de reus Typhoëus bedolven lag. De bewoners heetten Arimi. De woorden εἰν Ἀρίμοις als één woord gelezen, hebben aanleiding gegeven tot de meening, dat het eiland Inarime of Aenaria in de golf van Napels was bedoeld.

< >