Acoetes - Ἀκοίτης, zoon van een maeonisch visscher. Toen eens de matrozen van het schip waarop hij stuurman was, op Chius aan land gegaan waren, brachten zij aan boord een schoonen knaap, dien zij slapend gevonden hadden en als slaaf wilden wegvoeren.
Ac. die in den knaap een god herkende, verzette zich daartegen, maar te vergeefs, de matrozen ontnamen hem het bestuur van het schip en voeren weg. Plotseling werd schip, tuig, riemen, enz., door wijnranken omgeven, het bleef onbeweeglijk liggen, en in plaats van den knaap stond Dionȳsus, bekranst en den thyrsusstaf zwaaiend, te midden van tijgers, lynxen, enz., die zich aan zijne voeten neervlijden.De matrozen sprongen in zee en veranderden in dolfijnen. Ac. alleen bleef gespaard en werd op Naxus priester van Dionȳsus. Later door Pentheus gevangen genomen - werd hij op wonderdadige wijze gered.