Achelōus - Ἀχελῷος, 1) nu Aspropotamo, de grootste rivier van Griekenland, ontspringt op den Pindus, loopt met snellen stroom zuidwaarts, scheidt Acarnania en Aetolia, en stort zich tegenover de Echinadische eil. in zee.—2) de god van bovengenoemde rivier, de oudste der 3000 rivieren, zonen van Oceanus en Thetys, v. a. zoon van Helius en Gaea, en vorst aller rivieren; vandaar wordt de naam Ach. soms voor water, Acheloia pocula voor drinkwater gebruikt. Hij vocht met Heracles om het bezit van Deianīra; bij dit gevecht maakte hij gebruik van zijn vermogen om zich in een slang of in een stier te veranderen, maar in alle drie gedaanten moest hij het onderspit delven; zelfs verloor hij als stier een horen, die, door de Najaden met bloemen en vruchten gevuld, de hoorn van overvloed werd.
V. a. behield Heracles den horen, totdat Ach. dien van Amalthēa er voor in ruil gaf. Hij was de vader der Sirenen en van Dirce.