Tresviri, Triumviri - Commissies van drie leden met specifieke opdrachten belast, aanvankelijk meestal beambten, waarvan sommigen later magistraten werden van lagere rang.
Tresviri agris dandis et assignandis vormden een commissie, die benoemd werd, wanneer de ager publicus te verdelen viel.
Tresviri (triumviri) capitales of nocturni (zie Vigintisexviri) vormden een college van beambten en later van lagere magistraten. Zij werden voor het eerst benoemd in 289 v.C. door de praetor urbanus, maar na 242 v.C. ingevolge een lex Papiria in de comitia tributa gekozen. Als hulp van consules en praetores urbani waren zij magistraten, bevoegd in criminele en burgerlijke rechtspraak, konden overgaan tot aanhoudingen, en hielden zich bezig met het vooronderzoek, sloten aangehoudenen op, en gingen na de uitspraak van het vonnis over tot de uitvoering van de straf. Zij hadden ook toezicht op het gevangeniswezen. Als ondergeschikten van de aediles waren zij ook belast met de nachtpolitie en de brandweer, zij zorgden dus voor rust en openbare veiligheid. Tresviri (triumviri) coloniae deducendae vormden een commissie van drie leden, door het volk gekozen bij eventuele uitzending van kolonisten. Het stichten van deze koloniën werd wettelijk bepaald door een lex Colonica (zie Kolonie).
Tresviri (triumviri) locorum publicorum persequendorum vormden een college van drie leden, enkele malen benoemd om te onderzoeken, wie zich wederrechtelijk stukken van het staatsdomein had toegeëigend.
Tresviri (triumviri) mensarii waren drie commissarissen, die, ingevolge een lex Minutia in 216 v.C., na de slag bij Cannae, benoemd werden om de toenmalige geldcrisis het hoofd te bieden en de staatsschulden te regelen.
Tresviri (triumviri) monetales of aere argento auro flando (zie Vigintisexviri) waren muntmeesters. Zij sloegen, in opdracht van de senaat, de Romeinse munt.
Tresviri (triumviri) rei publicae constituendae vormden een bekend driemanschap van Octavianus, Antonius en Lepidus in 43 v.C. Door een lex Titia kregen zij vermelde titel voor de duur van ca. vijfjaar, welke in 38 v.C. met nog vijfjaar verlengd werd. Hun macht was vrijwel onbeperkt, zodat er in feite een drievoudige dictatuur was. Het driemanschap van Caesar, Pompeius en Crassus werd nooit door een wet bekrachtigd en is dus in feite geen triumviraat geweest.
