Gepubliceerd op 26-09-2017

Seneca, Lucius Annaeus (Filosoof)

betekenis & definitie

Seneca, Lucius Annaeus - (de Filosoof) Romeins retor (4 V.C.-65 n.C.). Hij werd geboren te Cordoba in Spanje als tweede zoon van Seneca de Retor. Als jonge knaap kwam hij naar Rome samen met zijn vader en kreeg onderricht in de retorica en de filosofie. Hij bekwaamde zich vooral in de filosofie en stond hierbij helemaal onder invloed van de Stoa, een leer die hij zelf nog zou ontwikkelen.

Seneca bracht het tot quaestor en deed als zodanig zijn intrede in de senatorenorde na allerhande wisselvallige avonturen. Hij ontsnapte nauwelijks aan de dood onder Caligula, wiens afgunst hij had opgewekt; hij werd een belangrijke figuur aan het hof van Claudius, doch in 41 n.C. viel hij in ongenade bij Messalina en hij werd verbannen naar Corsica. Hier bleef hij acht jaar en werd in 49 door Agrippina naar Rome teruggehaald en met de opvoeding van de jonge Nero belast. Seneca had zich tijdens zijn ballingschap een stevige literaire faam opgebouwd. Toen Nero keizer werd in 54 n.C., werd Seneca de invloedrijkste burger in Rome, waar hij goed administratief werk presteerde. Na enkele jaren ontaardde het karakter van Nero en Seneca voelde zich genoodzaakt zich van het keizerlijk hof te distantiëren. In 62 trok hij zich in de eenzaamheid terug en besteedde al zijn tijd aan de literatuur. In 65 kreeg hij van de keizer het bevel zelfmoord te plegen, omdat hij verwikkeld zou zijn geweest in de samenzwering van C. Calpurnius Piso. Kalm en waardig voldeed hij aan het bevel. Seneca is op velerlei wijze beoordeeld. Hij predikte hoogstaande ethische idealen, doch in zijn privé-leven hield hij hiermee niet veel rekening. Toch oefende hij op zijn tijdgenoten een grote invloed uit door zijn inspanningen om de leidende klassen tot meer moraal en edele humaniteit te brengen. De kern van zijn filosofie is het milde en gematigde stoïcisme, zeer dicht bij de eigentijdse christelijke opvattingen, door zijn geloof in een goddelijke voorzienigheid.

Seneca was een veelzijdig en uiterst vruchtbaar auteur.

Filosofische werken: twaalf dialogen (waaronder als vroegste waarschijnlijk de drie consolationes, nl. De consolatione ad Marciam, De consolatione ad Polybium en De consolatione ad Helviam matrem) en daarbij nog De Providentia, De Constantia Sapientis, De Ira (3 boeken), De Vita Beata, De Otio, De Tranquillitate Animi en De Brevitate Vitae; daarnaast zijn er nog twee moraliserende essays, De Clementia en De Beneficiis, en een collectie van 124 Brieven aan zijn vriend Lucilius, handelend over verschillende problemen, als het geluk, het hoogste goed, de dood, de rijkdom enz., die tal van inlichtingen geven over het leven van de auteur.

Natuurwetenschappelijke essays: Naturalis Quaestiones (7 boeken), eveneens aan zijn vriend Lucilius opgedragen, bevatten een massa interessante onderzoekingen van natuurverschijnselen, geïnterpreteerd door een stoïcijn en licht moraliserend. Tot in de late middeleeuwen werden zij gebruikt als leerboek voor fysica.

Apocolocyntosis: een satire op de dood van de vermoorde Claudius, die Seneca zozeer haatte dat hij de keizer in de hel laat terechtkomen; de titel is blijkbaar een vondst van Seneca en betekent zoveel als de ‘verandering in een pompoen’, symbool van de domheid. Tragedies: er zijn 9 tragedies van Seneca bewaard gebleven, leesstukken, die naar inhoud beantwoorden aan de smaak van zijn tijdgenoten en die de gruwelijkste stof uit de Griekse sagen behandelden, uitgewerkt in pathetische declamatiestijl en spitsvondige dialogen, richtinggevend voor de latere klassieke Franse tragediekunst. Seneca nam als voorbeeld Griekse stukken van de drie grote tragici. De titels van zijn bewaard gebleven stukken zijn Hercules Furens, Medea, Troiades, Phaedra, Agamemnon, Oidipus, Hercules, Fenicische Vrouwen en Thyestes. Zie Tragedie in Rome.

< >