Gepubliceerd op 19-09-2017

Kritias

betekenis & definitie

Kritias - Verwoed oligarchisch antidemocratisch politicus in Athene (460-403 v.C.). Hij was de oom van de wijsgeer Plato, lid van een rijke aristocratische familie, zeer belezen, sofist en dichter. Samen met zijn partijgenoot Alkibiades behoorde hij tot de vriendenkring van Sokrates.

Wij horen het eerst van Kritias als hij als extreem antidemocraat in 411 v.C. lid van de Raad der Vierhonderd wordt, die een oligarchische revolutie ontketend had. Door zijn tussenkomst werd Alkibiades teruggeroepen en niet meer lastig gevallen i.v.m. het Hermakopidenproces. Na de nederlaag tegen Sparta, het einde van de Peloponnesische Oorlog in 404, werd Kritias de leider van het schrikbewind der Dertig Tirannen, en hij aarzelde niet zelfs om tegen gematigde medestanders als Theramenes op te treden.

Met de terugkeer van de democraten in 403 v.C. kwam er een einde aan de activiteiten van de Dertig en ook Kritias moest eraan geloven. Bij het laatste verzet viel Kritias in het gevecht bij de Munichiaheuvel op het schierei- landje bij de Piraeushaven.

Als literator was Kritias ook zeer actief. Zijn voornaamste werk Politeiai (‘Staatsbesturen’), handelend over de staatkundige en sociale organisatie van verschillende Griekse staten, schreef hij deels in poëzie, deels in proza. Voorts schreef hij (zeer waarschijnlijk) de drama’s Tennes, Rhadamanthos en Perithoos, elegieën, en ook een saterspel Sisyphos. Hierin beweerde hij dat de godsdienst een uitvinding was van een sluwe figuur uit het verleden, die door angst aan te jagen de mensen belette in het geheim kwaad te doen. In proza kennen we van hem twee boeken aforismen en twee boeken Homilieën (‘Gesprekken’). Al zijn werken zijn slechts zeer fragmentarisch bewaard gebleven.

< >