Gepubliceerd op 14-09-2017

Financieel beheer in Athene

betekenis & definitie

Financieel beheer in Athene - Het financieel beheer was in de Atheense staat niet gescheiden van al het andere. Er was bijgevolg geen eenheid, geen centralisatie en vooral geen continuïteit in de afhandeling van financiële problemen. Omdat de bijzondere financiële ambtenaren om het jaar ontslag moesten nemen, was er weinig systeem en vrijwel geen mogelijkheid om ervaring op te doen. Er lag zelfs geen algemene begroting aan de basis van het financieel beheer; het volk stemde periodiek een reeks uitgaven, waarvoor het de gelden uit een bepaalde bron van inkomsten haalde. Een regelende wet lag wel ten grondslag aan het systeem en de concrete toepassing van het algemeen principe was de diataxis.

Uit een en ander volgde de noodzakelijkheid van een ver doorgedreven controle op alle ambtenaren en diensten, die iets met geldverhandeling te maken hadden. Deze controle geschiedde door gesalarieerde bedienden van beambten door wie ook de registers werden bij gehouden. Daarbij kwam dan de zitting van het tribunaal van de logistai (zie Euthuna) bij het einde van het ambtsjaar, waarin een antigrafeus tès dioikèseoos voor de Ekklesia verslag uitbracht. De boni van alle speciale kassen gingen naar de tempelkas van de godin Athena, later naar het theorikon. De tempelkas van Athena was de voornaamste schatkist van de staat; ze werd beheerd door tien tamiai en diende als bank niet alleen voor particulieren, doch ook voor de staat, wanneer deze een nijpend tekort aan fondsen had, b.v. tijdens de oorlog tegen Samos in 440 v.C. toen een belangrijk bedrag werd geleend en vijfjaar later met de verschuldigde intrest teruggestort.

De staatsinkomsten, vooral de belastingen, werden geïnd door de belastingpachters, teloonai (zie Staatsinkomsten in Athene), die met dat doel een vereniging vormden met uitgebreide administratie. Elk jaar werd de ontvangst van de belastingen door poletai in openbare zitting aan verschillende verenigingen van deze belastingpachters toegewezen. Bij contract werden het bedrag en de vervaldatum vastgelegd, waarna een borgsom werd gestort. De betalingsdatum viel gewoonlijk in de negende prytaneia van het ambtsjaar. In het beheren van de staatsgelden speelden de beambten van financiën en de magistraten een belangrijke rol, waarbij zij zich te gedragen hadden naar vigerende wetten, de volksdecreten en de richtlijnen van de Boulè. De belangrijkste beheerders waren: de polètai, de praktores, de kolaktretai, de hellenotamiaia, de apodektai en de tamiaia.

< >