Demeter - Griekse chtonische godin van de vruchtbaarheid, de plantengroei en de landbouw, dochter van Kronos en Rhea of Gaia.
Volgens de legende werd haar dochter Persophonè (Korè), die zij had van haar broeder Zeus, door Hades (Pluto) geschaakt, terwijl zij met haar vrienden bloemen plukte, en als zijn echtgenote naar de onderwereld meegenomen. Ontroostbaar over dit verlies zocht Demeter haar overal en kwam aldus, tijdens haar zoektochten bij Eleusis in Attika aan, waar zij door de bevolking vriendelijk werd opgenomen. Om de mensen voor deze gastvrijheid te belonen leerde zij haar beschermeling Triptolemos de akkerbouw, gaf hem de eerste korenaren en stelde de Eleusinische mysteriën in. Doch in haar droefheid om het verlies van Persephonè trof Demeter de aarde met onvruchtbaarheid, nadat Helios haar de naam van de dader had onthuld. Hierop kwam Zeus tussenbeide en stond toe dat Persephonè één derde van het jaar (de wintermaanden) bij Hades zou blijven en de rest bij haar moeder. Hermes bracht Persephone bij haar moeder terug.
In de loop van de tijden is aan deze belangrijke godin een hele reeks van beschermende kwaliteiten toegekend, die hoofdzakelijk convergeren rond de vruchtbaarheid, de landbouw en de algemene ordening van de gemeenschap. Zij werd aangeroepen vóór het werk op de akkers begon, vóór het zaaien en het oogsten, vóór de wijnoogst en het dorsen van het graan. Bij het huwelijk werd tot haar gebeden in aanwezigheid van de Demeterprieste- res en het sluiten van een verdrag tussen twee staten werd ook onder haar bescherming gesteld; hierbij werd ze aangeroepen na Zeus en Apollo. De ambtenaren en rechters in Athene legden bij de ambtsaanvaarding de eed af bij Zeus, Apollo en Demeter.
Demeter en Persephonè (in de cultus Korè genoemd) werden samen de ‘Grote Godinnen’ genoemd.
Het belangrijkste feest ter ere van Demeter was de Thesmophoria (zie Feesten) waartoe alleen gehuwde vrouwen toegang hadden.
Eleusis was de belangrijkste cultusplaats, door de Eleusinische mysteriën (de Eleusinia, zie Feesten). In een plechtige processie werden de inwij delingen in Athene langs de heilige weg naar het Telesterion in Eleusis gebracht, waar de eigenlijke inwijding plaats had. Wie als ingewijde, mystès, de drie trappen of fasen van de inwijding doorlopen had, nl. de Epopteia, de Teletè en de Myèsis, was tot eeuwig zwijgen omtrent alles wat hij meegemaakt had, verplicht.
Nawerking: Demeter, mythologisch gedicht door Albert Verwey (1865- 1937); Demeter (1917), koorwerk door de Poolse componist Karol Szymanowski (1882-1937).