Gepubliceerd op 12-09-2017

Clodius Pulcher, Publius

betekenis & definitie

Clodius Pulcher, Publius - Lid van de Romeinse adellijke familie van de Claudii, waartoe o.a. Appius Claudius Caecus behoorde. Clodius liep over naar de populares, de democraten, waarvan hij een berucht voorman werd. In december 62 v.C. verwekte hij een publiek schandaal te Rome door als citerspeelster verkleed een feest van Bona Dea bij te wonen ten huize van Iulius Caesar, die toen pontifex maximus en stadspraetor was, en wiens vrouw Pompeia waarschijnlijk de geliefde van Clodius was.

Clodius werd ontdekt, er volgde een proces wegens heiligschennis doch er volgde een vrijspraak, omdat hij bleef loochenen en bovendien de rechters had omgekocht. Doch Cicero ontzenuwde zijn alibi, wat de oorzaak van zijn grenzeloze haat was. In 58 v.C. was Clodius volkstribuun, tribunus plebis, dankzij de steun van Caesar. Hij verwierf de gunst van het volk door gratis graanbedeling. Daarbij diende hij een wetsvoorstel in om buiten de wet te stellen al wie Romeinse burgers zonder proces ter dood had laten brengen. Dit was tegen Cicero gericht. Deze moest daarop in ballingschap gaan. Clodius ontpopte zich als een te vrezen bendeleider, die aan het hoofd van een gewapende groep Rome terroriseerde. Hierin werd hij slechts tegengewerkt en gedwarsboomd door een zelfde soort bende, onder leiding van T. Annius Milo, die Cicero uit zijn ballingschap kon doen terugroepen. Clodius bleef verder ageren en wilde aan grote politiek doen. Hij keerde zich tegen Pompeius, verwijderde Cato, bemoeide zich met de graanvoorziening uit Egypte. Doch na Luca in 56 v.C. verloor Clodius de steun van Caesar en de volgende jaren had hij de handen vol met de gevechten tegen rivaliserende benden, zoals die van Milo, die door Pompeius werd gesteund. Op 18 januari 52 v.C. botsten de benden op elkaar bij Bovillae, op de via Appia, ongeveer 15 km ten zuiden van Rome. Clodius werd bij het treffen dodelijk gekwetst en stierf. Deze politieke moord door de mannen van Milo, die kandidaat voor het consulaat was, bracht heel wat beroering teweeg. Het gepeupel, dat in Clodius zijn aanvoerder zag, stak het senaatsgebouw in brand. Enkele maanden later, op 8 april 52 zou Cicero tevergeefs voor zijn vriend pleiten, want Milo werd veroordeeld. Door de geweldige beroering en bedreigingen was het Cicero niet mogelijk het pleidooi uit te spreken dat hij naderhand als Pro Milone publiceerde.

< >