Atimia - Rechteloosheid; toestand van iemand die in een Griekse polis het burgerrecht geheel of gedeeltelijk verloren had. Aanvankelijk was iemand, die de atimia opliep, volledig buiten de wet gesteld, zoveel als een vogelvrijverklaarde; naderhand betekende atimia het verlies van alle of sommige burgerrechten.
De atimia kon tijdelijk of blijvend zijn. Tijdelijke atimia liep de staatsschuldenaar op (of zijn nakomelingen) tot op het ogenblik dat de schuld aan de staat volledig was afgelost. Blijvende atimia, verlies van alle rechten, was de straf voor verraad, lafheid in het gezicht van de vijand, omkoping van een ambtenaar, meineed voor de rechtbank.
Blijvend verlies van sommige rechten was de straf voor verlies van een graphè, wanneer de aanklager in een proces niet 20 pet. van de stemmen van de jury voor zijn standpunt wist te winnen of wanneer iemand driemaal in een graphè paranomon schuldig was bevonden.