Alkaios van Lesbos - Grieks dichter (eind 7e-6e eeuw v.C.). Hij werd geboren in Mytilene, hoofdstad en politiek centrum van Lesbos. Als aristocraat, die met vurige hartstocht in de politiek zijn ideaal verdedigde, kwam hij in conflict met tiran Pittakos van Mytilene. Dit had tot gevolg dat Alkaios als banneling elders zijn geluk moest gaan beproeven tot hij van tiran Pittakos amnestie kreeg. Naast de politieke rol samen met de adel op het binnenlandse vlak gespeeld, beleefde hij nog de avonturen van de soldaat, o.a. in de oorlog tussen Mytilene en Athene, toen hij bij Sigeum, een Lesbische vesting bij de Hellespont, zijn zwaard en schild verloor. Alkaios is evenwel de grote dichter van monodische lyriek, naast zijn tijdgenote Sappho. Van zijn vrij omvangrijk werk, waarvan de Alexandrijnse bibliothecarissen nog tien boekdelen bezaten, is betrekkelijk weinig overgebleven. Voldoende evenwel om achter het geschreven woord de mondaine, aristocratische edelmansoldaat te zien, die in goed en vrolijk gezelschap thuishoorde. Wanneer het hem goed ging, bezong hij in zijn liederen de liefde voor de vrouw, maar ook de liefde voor de drank. Naast deze liefdes- of drinkliederen (tafelliederen) dichtte hij andere, geladen met politieke hartstocht tegen de tirannen van zijn geboortestad (Pittakos), krijgsliederen en godenhymnen, naast klachten over zijn zwerversbestaan.
Hij is o.a. de eerste geweest die in de poëzie het beeld van het staatsschip schiep, het schip dat tijdens zijn koers door stormen wordt onttakeld en langs gevaarlijke klippen wordt geleid. Daarbij gaf hij in zijn poëtische oeuvre een nieuwe vorm aan het gedicht en schiep de strofe van vier regels, d.i. de Alkaïsche strofe. Grote invloed oefende hij uit op de Latijnse poëzie, waarvan de groten als Catullus, doch vooral Horatius hem herhaaldelijk navolgden en zijn strofenbouw overnamen, omdat zij hem bewonderden.