Zang, dien de zwanen volgens sommigen voor hun dood zingen.
Laatste gezang of gedicht, dat een toonkunstenaar of dichter voor zijn sterven vervaardigt.
Iemands laatste werk.
De uitdrukking is ontleend aan Aeschylus, die de woorden, welke een mensch voor zijn dood uit, met de klaagtonen van den stervenden zwaan vergelijkt. Deze dichter laat Klytemnestra tot Kassandra zeggen: „die naar de wijze van den zwaan Begon te zingen den laatsten klaagzang van den dood.”.
AESCHYLUS, Agamemnon 1445.