gevleugelde woorden

J.H. de Ruijter (1940)

Gepubliceerd op 26-08-2020

Credo, quia absurdum

betekenis & definitie

Ik geloof, wijl het dwaas is, (n.I. voor de opvatting der menschelijke wijsheid).

Dit adagium steunt waarschijnlijk op de volgende woorden van Paulus in I Corinthiërs 1 vers 27: Het dwaze der wereld heeft God uitverkoren, opdat Hij de wijzen beschamen zoude.

Veelal zoekt men den oorsprong dezer woorden bij Tertullianus, De Carne Christi 5. Deze zegt echter: „Et mortuus est Dei Filius; prorsus credibile, quia ineptum est.” „En gestorven is Gods zoon; het is volkomen geloofwaardig, dewijl het ongerijmd is.” Letterlijk staan de woorden : Credo, quia absurdum er dus niet. Over de beteekenis dezer woorden is uitgeweid in een hoofdartikel in De Tijd van Maandag 9 Maart 1908 naar aanleiding van eene uitdrukking van Prof. H. Krabbe, hoogleeraar in het Staatsrecht aan de Leidsche universiteit, met betrekking tot dit citaat.

Ook is de beteekenis dezer woorden uiteengezet door Prof. van Noort van Warmond in eene redevoering op Dinsdag 17 Maart 1908.

< >