heer van, Zuidned. edelman. ’ca. 1542, ✝ 1.5.1578 Luik; achterkleinzoon van → Willem van der Mark. In de jaren zestig reeds een onruststoker in het Luikse; 1659 door de Luikse schepenbank veroordeeld; werd. tijdens de Tachtigjarige Oorlog. 1571 admiraal der → Watergeuzen, die 1.4.1572 Den Briel veroverden.
Door zijn wreedheid maakte hij zich. ofschoon door de Statenvergadering van Dordrecht (juli 1572) tot gouverneur van het Zuiderkwartier benoemd, weldra ónmogelijk (→ Gorkumse martelaren). Na een mislukte poging tot ontzet van Haarlem (1573) liet prins Willem van Oranje hem gevangen zetten en werd hij ontslagen; 1574 vrijgelaten, trok hij naar Duitsland.