bisschoppen van Utrecht.
Willem I (Guilelmus), bisschop van Utrecht (1054-76), ✝ 27.4.1076 Utrecht. Nam 1064 deel aan een bedevaart naar Jeruzalem: werd door Godfried III met de Bult van Lotharingen gesteund tegen zijn vijanden Dirk v van Holland en Robert I de Fries van Vlaanderen. Was hervormingsgezind en in de → Investituurstrijd een medestander van keizer Hendrik iv; wist op de kerkvergadering te Worms (1076) de bisschoppen te bewegen de gehoorzaamheid aan paus Gregorius vir op te zeggen; zou, nadat Gregorius de ban over Hendrik had uitgesproken, in de Domkerk te Utrecht 27.3.1076 de banvloek over Gregorius uitgesproken hebben.
Litt. C.van de Kieft. Bisschop Willem en de Utrechtse synode van 1076 (in: TvG 1955).
Willem II (Guilelmus), Willem Berthout van Mechelen, bisschop van Utrecht (1296—1301), ✝ (gesn.) 4.7.1301 bij Montfoort. Zijn benoeming als lid van het machtige pro-Engelse Mechelse geslacht Berthout was een zet tegen Floris v van Holland, die naar de Franse kant was overgegaan. Willem maakte van de verwarring na de moord op Floris v gebruik om te proberen de goederen van Amstel en Woerden in bezit te krijgen, daarbij steunend op de W'estfriezen; sloot na de Westfriese nederlaag bij Vronen (mrt. 1297) met Wolfert van Borsele de Vrede van Vere (1297). Zijn bestuur wekte ontevredenheid bij de Utrechtse edelen en 1298 kwam het tot een strijd tussen de Lichtenbergers (patriciaat) en Fresingen (bourgeoisie), die Willem steunden. Willem verbond zich met Brabant; de Lichtenbergers werden gesteund door paus Bonifacius vin en namen Willem mei 1299 gevangen. Na vier maanden werd Willem bevrijd; begaf zich naar Rome, waar de paus hem okt. 1300 in zijn waardigheden herstelde. Trachtte na zijn terugkeer de verbinding tussen Utrecht en Holland (dat de Lichtenbergers steunde) te verbreken. maar werd bij Montfoort verslagen en sneuvelde.
Litt. J.H.Hofman, Willem Berthold 1296—1301, bisschop van Utrecht (in: Arch. Aartsb. Utr. 1900).
Willem III (Guilelmus) van Enckevoirt, bisschop van Utrecht (1529-34). *1464 Mierlo, ✝ 19.7.1534; 11.3.1523 bisschop van Tortosa; 10.9.1523 kardinaal; vriend van paus Adriaan vi en raadsman van Karel v; 1.10.1529 als opvolger van Hendrik II van Beieren bisschop van Utrecht; liet het bisdom beheren door een procurator.