Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Vicus

betekenis & definitie

[Lat.], benaming voor een buurtschap (dorp) in Tacitus’ Germania. In de Romeinse tijd werd met vicus een dorp bedoeld, waarvan de bewoners als zodanig geen burgerrecht bezaten.

Een aantal vici is bekend omdat zij op de → Tabula Peutingeriana of in het → Itinerarium Antonini vermeld zijn. Na de invallen van de 3e eeuw werd in sommige vici, op kwetsbare plaatsen of bij belangrijke kruispunten, een castellum opgericht. In de vroege Middeleeuwen de naam voor een nederzetting waar handel werd gedreven, waaruit zich vaak een stad ontwikkelde, hetgeen niet betekent dat elke vicus een handelskarakter had. Er bestaat nl. verwarring met het Germaanse wik waarmee mogelijk een stapelplaats is bedoeld. Ca. 900) heeft dit wik plaats gemaakt voor de benaming portus (→ steden).Litt. W.Vogel. Wik-Ortc und Wikinger (in: Hansische Gcschlchtsbl. 1935); F.L.Ganshof, Over stadsontwikkeling tussen Loire en Rijn gedurende de Middeleeuwen (2e dr. 1944).

< >