Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Universiteiten

betekenis & definitie

ontstonden in de 12e eeuw te Parijs en Bologna; in de 13e eeuw te Oxford. Cambridge.

Padua, Sicna. Napels en Salamanca; in de 14e eeuw te Praag. Wenen en Heidelberg; in de 15e eeuw te Kopenhagen. Uppsala. St. Andrews.

Glasgow en Aberdeen. In de Nieuwe Geschiedenis nam het aantal sterk toe.De oudste universiteit in Nederland is die van Leiden, door prins Willem van Oranje aan de stad geschonken als beloning voor de betoonde weerstand tegen de Spanjaarden (8.2.1575 geopend). Zij bezat in de 17e-18e eeuw wereldvermaardheid en heeft ook in de 19e en 20e eeuw een uitstekende naam behouden. Tien jaar na Leiden kreeg Friesland een hogeschool te Franeker (29.7.1585) die 1811 door Napoleon werd opgeheven en 1815—43 nog bleef voortbestaan als Athenaeum. De voormalige Gelderse hogeschool dankt haar oorsprong aan de Latijnse school te Harderwijk, sinds 1647 academie genoemd, in de Franse tijd opgeheven (1812). De universiteit van Groningen werd door de Staten van dat gewest 1614 gesticht. Haar aanvankelijke bloei werd in de 18e eeuw verduisterd door een tijdperk van godsdienstige tweespalt.

In de 19e eeuw nam haar betekenis toe in het bijzonder door de vestiging van leerstoelen in de nieuwe talen. De jongste der Ned. rijksuniversiteiten is die van Utrecht. In het kapittelhuis bij de Dom opende de stadsregering 17.6.1634 een lllustre School, met vijf professoren: 1636 werd zij academie. In de tweede helft van de 19e eeuw steeg haar aanzien m.n. op medisch gebied. In 1632 richtte de Amsterdamse magistraat, onder leiding van G.Vossius en C.Barlaeus. een Athenaeum lllustre op als tegenwicht voor de calvinistische geest waarmee de Leidse academie na 1618 doortrokken was. Dit kwam tot grote bloei, bleef bestaan in de 19e eeuw en werd 1877 Gemeentelijke Universiteit (gu).

Sedert 1879 bestaat in Amsterdam de Vrije Universiteit (vu) op gereformeerde grondslag, opgericht door de Vereniging voor Hoger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag. Een katholieke universiteit bestaat sedert 1923 te Nijmegen, gegrondvest door de Sint-Radboud Stichting. Rotterdam kreeg 1973 een rijksuniversiteit (Erasmusuniversiteit) door samenvoeging van de Economische Hogeschool en de Medische Faculteit. Te Maastricht werd 1975 de rijksuniversiteit Limburg gesticht bij een aparte wet, daar deze universiteit bestaat uit een medische en een algemene faculteit, terwijl voor een universiteit ten minste drie faculteiten nodig zijn.

België heeft vier rijksuniversiteiten (Gent. Luik, Antwerpen en Bergen) en vier vrije universiteiten (Leuven. Louvain-la-Ncuve en twee te Brussel). Verreweg de oudste is die te Leuven. 1425 gesticht door paus Martinus v en Jan IV hertog van Brabant. Oorspronkelijk had zij drie faculteiten: geneeskunde, rechtsgeleerdheid en de artes liberales. 1432 werd theologie daaraan toegevoegd: 1797 werd de universiteit opgeheven en 1817 door Willem I door een staatshogeschool vervangen. Na de omwenteling stichtten de bisschoppen 1834 een katholieke universiteit te Mechelen.

Toen de staatsuniversiteit 1835 werd afgeschaft bracht men de katholieke universiteit, die onder beheer van de Belg. bisschoppen staat, naar Leuven over. de Vrije Universiteit te Brussel (VUB) werd 1834 gesticht met het doel universitair onderwijs te geven dat los staat van elke religieuze bemoeienis. De universiteiten te Gent en Luik werden 1817 door koning Willem I gesticht. De universiteit van Gent heeft sinds 1930 het Ned. als onderwijstaal, die te Luik het Frans. In 1971 werd een universiteit te Antwerpen ingesteld. Het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen (ruca) heeft niet alle faculteiten en maakt, samen met de Universitaire Faculteiten Sint Ignatius (ufsia) ingericht door de jezuïeten, deel uit van de pluralistische Universitaire Instelling Antwerpen (uia). Ook de universiteit te Bergen, eveneens ingesteld 1971. telt niet alle faculteiten. De beide vrije universiteiten (Leuven en Brussel) werden 1970 gesplitst: in beide plaatsen bestonden nu een Ned.- en een Franstalige universiteit met eigen rechtspersoonlijkheid: de Franstalige universiteit van Leuven werd geleidelijk (tot 1979) overgebracht naar Ottignies (Louvain-la-Neuve).

Litt. W.Boyd. Geschiedenis van opvoeding en onderwijs (1969): J.C.Hulsman. Disciplina vitae scipio. Over de universiteiten van Nederland (1969): N.F.Noordam, Inleiding in de historische pedagogiek (1970): J.Verger. Les universités au Moyen Age (1973): A.B.Cobban.

The Medieval Universities (1975): E.Deloof. liet onderwijs in België (1977): J.IJsewijn en J.Paquet (ed.). The universities in the late middle ages (1978).

< >