Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Tholen

betekenis & definitie

Ned. eiland en gemeente in de prov. Zeeland.

Het eiland Tholen is ontstaan uit de eilanden Scherpenisse-Westkerke, Poortvliet. Schakerloo, Sint-Maartensdijk en Stavenisse. De vereniging van de eerste twee, het Scarpen'isser Landt, werd ca. 1220 door afsluiting van de Strienne met het eiland Schakerloo, dat tot ca. 1230 tot het hertogdom Brabant behoorde, verbonden. Dit verenigde gebied werd in de 13e eeuw Ter Tholen genoemd naar de tol, die de hertog van Brabant op de Schelde en de Eendracht hief. In 1217 kwam het eiland voor de helft aan graaf Willem I van Holland. In 1556 werden de eilanden Tholen en Sint-Maartensdijk door afsluiting van de Pluimpot verenigd.

De bedijkingen in het noorden en noord-oosten van het eiland met de dorpen Oud-Vossemeer en Sint-Annaland. zijn voornamelijk in de 15e eeuw tot stand gekomen. Het eiland Stavenisse, 1509 door het water overweldigd, werd 1599 slechts voor een deel herdijkt. Na de bedijking van de Sluispolder (1877) had geen verdere uitbreiding van Tholen meer plaats. In 1944 door de Duitsers geïnundeerd: leed tevens zware schade door de watersnoodramp van 1953. Na de ramp werden de dijken verzwaard, de havens van Stavenisse en Sint-Maartensdijk (Pluimpot) afgedamd en de waterschappen samengevoegd. De stad Tholen ontstond in de noordoosthoek van de 1220-23 bedijkte Vijftienhonderd-Gemetenpolder uit een nederzetting, die zich ontwikkelde rond de 's-Gravenhofstede van Schakerloo. een tolhuis dat graaf Willem I van Holland liet bouwen en waaraan Tholen zijn naam dankt.

Door haar gunstige ligging kwam de plaats die 1366 stadsrechten van Jan van Blois kreeg, tot bloei (o.a. zouthandel door het → darinkdelven in de omgeving), welke bloei in de 15e eeuw haar hoogtepunt bereikte (handel op Engeland, zoutziederij en visserij). In 1511 voor het grootste deel door brand verwoest: 1530 en 1570 geteisterd door overstromingen. Deze rampspoeden en de Tachtigjarige Oorlog maakten een eind aan haar bloei. Ging 1577 naar Staatse zijde over: behoorde tijdens de Noordned. Republiek tot de stemhebbende steden van Zeeland.Litt. A.Hollestelle, Geschiedk. beschrijving van Tholen (1897. herdr. 1975): A.Hollestelle, Geschied- en waterstaatkundige beschrijving van de waterschappen en polders in het eil. Tholen (1919): A.Scherpenisse, Uit de gesch. van Poortvliet en Tholen voor 1350 (1939): M.P.de Bruin en M.H.Wilderom. Tussen afsluitdammen en dcltadijken (dl. it, 1964); M.P.de Bruin. A.J.van Heiningen en P.J.Meertens, Tholen. stad en eiland (1966).

< >