Ned. politicus, *20.7.1852 Amsterdam, ✝ 12.6.1932 Utrecht; zoon van → Jan Heemskerk Azn. Promoveerde in de rechten 1876 op diss.: Over huwelijk van Nederlanders Buitenlands; advocaat te Amsterdam.
Oorspronkelijk liberaal, kwam hij 188S als antirevolutionair in de Tweede Kamer: vormde 1908 het derde coalitieministerie. waarin hij optrad als minister van Binnenlandse Zaken (1908-13). Dit ministerie hield zich vooral bezig met sociale zaken (→ Talma) en landsverdediging (militiewct-Colijn); 1918—25 minister van Justitie, in welke functie hij vernieuwingen aanbracht in de rechtspleging, o.a. kinderrechtspraak en een nieuw wetboek van strafvordering; 1925 tot zijn dood lid van de Tweede Kamer; 1926 minister van Staat.Litt. P.A.Diepenhorst, T.Heemskcrk (1932); J.Voerman. Het conflict Kuyper-Heemskerk (1954).