Ned. staatsman. *14.1.1664 Dordrecht, tl. 12.1736 's-Gravenhage. Van 1690-1725 secretaris van de Raad van State.
Zijn staatkundige opvattingen hielden een scherpe kritiek in op de constitutie van de Republiek, die weinig macht aan het centrale gezag toekende: wilde de Raad van State tot een centraal bestuursorgaan maken (wat hij oorspronkelijk ook geweest was), om zo de heersende chaotische toestanden te bestrijden. Trachtte een herziening van de Unie doorgevoerd te krijgen tijdens de tweede → Grote Vergadering (1716). waarvoor hij een advies schreef: Discours over de defecten in de tegenwoordige constitutie der regering van den Staat der Vereenigde Nederlanden en over de middelen van redressen. 1725 thesaurier-generaal van de Unie; 1727 raadpensionaris van Holland, maar moest toen beloven geen hervormingen in de staatsregeling te zullen nastreven. Hij wist het → Verdrag van Wenen te doen sluiten tussen Engeland en Oostenrijk, waarbij ook de Republiek zich aansloot; wist tijdens de Poolse Successieoorlog (1733-36) de Republiek buiten een grote oorlog te houden: wel leidde zijn bemiddeling tot de → Vrede van Wenen tussen Frankrijk en Oostenrijk. De staatkundige denkbeelden van Van Slingelandt werden later overgenomen door de patriotten, zodat 1784-85 zijn Staatkundige geschriften (4 dln.) werden uitgegeven.Litt. J.R.Thorbecke, Simon van Slingelandts toeleg om de staat te hervormen (in: Hist. schetsen. 1872); A.Goslinga, Slingelandt's efforts towards European peace I (1915); J.A.van Arkel, De houding van den raadpensionaris S.van Slingelandt tegenover het Huis van Oranje (1925); Briefwisseling tussen Simon van Slingelandt en Sicco van Goslinga door W.A.van Rappard (1978); W.A.van Rappard, Een tolerant opstel van de raadpensionaris Van Slingelandt uit 1727 (in: Ned. Hist. Bronnen Il. 1980).