Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Rijnsburger Collegianten

betekenis & definitie

in de Noordned. Republiek een calvinistische sekte, tijdens de remonstrantenvervolgingen ontstaan uit de 1622 door de gebroeders Van der Codde te Warmond gestichte ‘Rijnsburgse Vergadering’ en de ca. 1640 ontstane collegiantenbeweging door Adam Boreel en Daniël de Breen (resp. onder Engelse en Duitse invloed).

Verwant met de remonstranten, maar onderscheidde zich door verwerping van het leraarsambt, door vrijheid van profeteren en doop van volwassenen door onderdompeling. Zij zochten onderling stichting door het vrije woord in hun maandelijkse samenkomsten of collegies (collegianten). Naar Rijnsburg verplaatst werd deze plaats in de loop van de 17e eeuw het centrum van dergelijke kringen, die te Leiden, Rotterdam, Amsterdam en enige plaatsen in Noord-Holland. Friesland en Groningen ontstonden. Tot de Rijnsburger Collegianten hebben o.a. behoord: → Coenraad van Beuningen en de historieschrijver → J. Wagenaar. In later jaren werden vele colleges centra van (gematigde) religieuze verlichting.Ook het spinozisme heeft onder de collegianten veel ingang gevonden, verklaarbaar uit de persoonlijke contacten, die Spinoza met deze Rijnsburger Collegianten zocht. In de 18e eeuw verdwenen de kringen langzamerhand.

Litt. J.C.van Slee, de Rijnsburger Collegianten (1895); K.O.Meinsma. Spinoza en zijn kring 0896); C.B.Hijlkema. Reformateurs (1900-02); J.Lindeboom, Stiefkinderen van het christendom (1929); C.W.Roldanus. Zeventiende-eeuwsche geestesbloei (1938).

< >