Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Provo

betekenis & definitie

jongerenbeweging, m.n. in Amsterdam (1965—67). De term provo, geïntroduceerd door de socioloog W.

Buikhuisen, is afgeleid van ‘provocatie’. Dat karakteriseerde de protesthouding van de provo’s, die zich afzetten tegen de gevestigde orde, de consumptiemaatschappij en iedere vorm van gezag. Geestelijk vader van de Amsterdamse provo's was Robert Jasper Grootveld, die als ‘antirookmagiër’ op het Spui ‘happenings’ organiseerde rond het standbeeld Het Lieverdje, dat als geschenk van een sigarettenfabrikant symbool werd voor de ‘Verslaafde konsument'. De climax in de confrontaties tussen provo’s en politie kwam mrt. 1966 bij de ongeregeldheden rond het huwelijk van prinses Beatrix, terwijl de door het provo-optreden ontstane spanning een belangrijke factor was bij het uitbreken van de latere onlusten in de zomer van 1966. In het begin had de provobeweging geen politieke ideeën. Die kwamen pas 1965, toen het eerste nummer van het blad Provo, onder leiding van → Roel van Duyn, verscheen.

Bekend werden de zgn. witte plannen; het witte-fietsenplan tegen het autoverkeer, het wïtte-wijvenplan tegen de gevestigde seksuele moraal, en het witte-schoorstenenplan tegen de luchtvervuiling. Toen men aan het verschijnsel provo gewend raakte, hief de beweging zichzelf in 1967 op. De → Kabouters kunnen als voortzetting van de provobeweging beschouwd worden.Litt. D.van Weerlie, Wat de provo’s w-illen (1965); F.Frcnkcl e.a., Provo’s (1966); R.van Duyn, Het witte gevaar (1967); Ned. Sociol. Veren., Lastig Amsterdam (1968); R.van Duyn, En tranen (1972).

< >