Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Pieter Jan Simon van Eupen

betekenis & definitie

Zuidned. priester, *1744, ✝ 14.5.1804. Eén der voornaamste leiders van de → Brabantse Omwenteling, raadsman van Hendrik van der → Noot met wie hij samen zijn intrede deed te Brussel (18.12.1789), na de verjaging der Oostenrijkers.

Werd staatssecretaris van Buitenlandse Zaken in ‘Les états Belgiques unis'. Bleef → Vonck bestrijden maar verzoende zich met de vonckisten. Na de herovering der Zuidelijke Nederlanden door Oostenrijk (1790) vluchtte Eupen naar de Verenigde Provinciën; keerde 1794 terug, maar werd door de Fransen gevangen. Vrijgelaten 1795 vestigde hij zich opnieuw in Nederland waar hij overleed. Eupen-Malmédy (ook: → Oostkantoris ). Belg. gebied ten oosten van de lijn Vaals-Petit-Thiers; In de Middeleeuwen waren Eupen en het grootste deel van Malmédy bezit van de hertogen van Bourgondië, later van de Spaanse en de Oostenrijkse Nederlanden en van Frankrijk (1792) en Van Pruisen door het Congres van Wenen (1815).

In 1919 verkreeg België krachtens het Verdrag van Versailles Eupen-Malmédy, op basis van historische, etnische en economische (zinkerts) overwegingen. De bevolking bleef Duitstalig. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden Eupen, Malmédy en Moresnet van 1940—45 weer bij het Duitse Rijk gevoegd. In 1956 werden enkele grenscorrecties uitgevoerd. De Duitssprekende bevolking van de Oostkantons wordt als culturele gemeenschap erkend.

< >