Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Pierre de Decker

betekenis & definitie

Belg. katholiek politicus. *25.1.1812 Zele. *4.1.1891 Schaarbeek. Stichtte met A.→ Dechamps de Revue de Bruxelles (1837—41).

Volksvertegenwoordiger van 1839-66, verdedigde hij het unionisme. Van 1855—57. als minister van Binnenlandse Zaken, leider van een regering die zich als unionistisch aandiende, maar die aan de groeiende liberaal-katholieke tegenstelling ten onder ging (→ Kloosterwet). Als eerste Vlaamsgezinde regeringsleider stelde hij 1856 een commissie in voor het onderzoek der Vlaamse grieven. Werken: De iinfluence du clergé en Belgique (1843), Etudes historiques et critiques sur les Monts de Piété en Belgique (1844), Quinze ans (1845), L'esprit de parti et l’esprit national (1852), L'église et l’ordre social chrétien (1887). Declaratoir (= verklaring), van stadhouder Willem v, mei 1787, waarin hij zijn rechten tegen de patriotten verdedigde en waarin hij elke toenadering tot de Democraten afwees. Het was opgesteld door Tollius, oud-hoogleraar van het Amsterdamse Athenaeum en publicist van de Oranjepartij en gecorrigeerd door de thesaurier Reigersman. Het declaratoir was een duidelijk bewijs van de samenwerking, die er ontstaan was tussen de stadhouder en de regentenaristocratie (→ patriotten).

< >