[<Lat.]. priester die in opdracht en in naam van de bisschop de kerkelijke rechtspraak in een bisdom uitoefende in navolging van de pauselijke judices delegati. Eind 12e eeuw in de Noord-Franse bisdommen ingesteld; ca. 1225 lieten alle bisschoppen in Noord- en Midden Frankrijk zich bij de uitoefening van de geestelijke rechtspraak door officialen vertegenwoordigen.
Van Frankrijk uil drong het instituut in de Ned. en Keulse bisdommen door. → aartsdiaken.Litt. P.Fournier, Les officialités au moyen-age (1880); F.Ketner. Het officialaat in het bisdom Utrecht (in: TvG 1947).