Frankisch kroniekschrijver, ✝ (gesn. ca. 844); natuurlijke zoon van de geleerde Angilben en Karel de Grotes dochter Bertha. Nam deel aan de strijd tussen de zonen van Lodewijk de Vrome aan de zijde van Karel de Kale, in wiens opdracht hij deze successieoorlog beschreef in Historiarum libri IV.
In dit werk is ook de tekst overgeleverd van de Eden van Straatsburg (febr. 842, verbond van Karel de Kale en Lodewijk de Duitser tegen Lotharius), de oudste documenten in de Franse en Duitse taal. Uitgave: in: Scriptoren rerum Germanicorum in usum scholarum (3e dr. 1965; Du. vert. door E.Müller in: Geschichtsschreiber der Deutschen Vorzeit, 20, 1912).Litt. F.L.Ganshof, Een historicus uit de 9e eeuw. Nithard (1971).
