Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Nicolaas Witsen

betekenis & definitie

Ned. politicus, *8.5.1641 Amsterdam, ✝ 15.8.1717 Amsterdam. Studeerde rechten te Leiden: ging 1664 als lid van het gezantschap onder Jacob Boreel naar Rusland en verzamelde gegevens omtrent land en volk.

Werd 1670 lid van de vroedschap van Amsterdam; 1672 lid van de Commissie van Defensie voor de verdediging van Amsterdam: 1674 lid van Gecommitteerde Raden; 1682 -1705 13 maal burgemeester van Amsterdam. Tegenstander van de tocht van Willem nt naar Engeland in verband met de Amsterdamse belangen. Werd aangewezen om deel te nemen aan het gezantschap naar Engeland en tekende het voor Amsterdam nadelige handelsverdrag met Engeland met ‘beevende hand' (1689). Begeleidde tsaar Peter de Grote tijdens zijn bezoek aan Amsterdam (1697-98). Deskundige op het gebied van scheepsbouw. Werken: De senatus consulos Macedoniana (diss. 1664), Noord- en Oost-Tartarije (1692).

Aeloude en hedendaegsche scheepsbouw en bestier (1671; 2e dr. 1690). Uitgave: Moscovische reyse, 1664-65, door TJ.G.Locher en P.de Buck (2 dln. 1966-67).Litt. J.T.Gebhard Jr., Het leven van Mr.N.Witscn (2 dln. 1881—82); F.L.de Balbian Verstcr, Burgemeesters van Amsterdam in de 17e en 18c eeuw (1932: herdr. 1970).

< >