ben. voor de voormalige Ned. koloniale bezittingen in de Indonesische Archipel. → Indonesië. Nederlands-Indonesische Unie, politieke band tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek der Verenigde Staten van Indonesië, in werking getreden 27.12.1949 bij de overdracht door Nederland van de souvereiniteit over Indonesië aan genoemde republiek.
Blijkens het Uniestatuut zou de samenwerking liggen op het gebied van de buitenlandse betrekkingen, defensie, financiën. economie en cultuur. Aan het hoofd van de Unie stond koningin Juliana; voor rechtsgeschillen werd een Uniehof van Arbitrage ingesteld. De Unie bleek niet levensvatbaar, waarbij de kwestie Nieuw-Guinea een belangrijke rol speelde; 10.8.1954 werden besprekingen in 's-Gravenhage afgesloten met een protocol waarbij aan de Unie een einde werd gemaakt.
