Ned. zeeofficier, *24.3.1607 Vlissingen, ✝ 29.4.1676 Syracuse. Voer eerst ter koopvaardij; werd 1641 schout-bij-nacht op de Staatse vloot die de Portugese troonpretendent Juan tegen Spanje steunde.
Daarna terug in de koopvaardij. Trad 1652 in Staatse dienst en werd 1653 tot vice-admiraal bevorderd; trad op tegen de → Barbarijse zeerovers en boekte succes in de → Noordse Oorlog; werd in het begin van de 2e Engelse oorlog (1665) luitenant-admiraal en opperbevelhebber van de Staatse vloot; de Vierdaagse Zeeslag (1666) en de Tocht naar Chatham (1667) waren toen schitterende wapenfeiten: behaalde ook in de 3e Engelse oorlog verschillende overwinningen: Solebay (1672) en Kijkduin (1673); ondernam 1673 een tocht naar Martinique; werd 1674 met een zwak eskader naar de Middellandse Zee gestuurd ter ondersteuning van Spanje; stierf, na bij de Etna in een gevecht met de Franse vloot zwaar gewond te zijn.LITT. G.Brandt, Het leven en bedrijf van den Heere M.de Ruyter (1687, herdr. 1914 en 1971); Journalen van de admiralen Van Wrassenaar-Obdam en De Ruyter gedurende hunne scheepstochten in de Dccnsche wateren 1658 -60 (Werken Hist.-Gen. 1907): P.J.Blok. M.A.de Ruyter (3e dr. 1947); J.C.M.Warnsinck, Van vlootvoogden en zeeslagen (1940); F.Vere, Salt in their blood. The lives of the famous Dutch admirals (1955); A.Scheffer, De Ruyter (1957); de reis van M.A.de Ruyter in 1664-65 (uitg. door P.Verhoog en L.Koelmans, Wrk. Linschotenver. 1961); C.R.Boxer. De Ruyter (1976); A.Romein-Verschoor. M.A.de Ruyter, Der Staten Rechterhand (in Erflaters van onze beschaving. 13e dr. 1979).